Sumba: traditionele dorpen Waingapu en Waikabubak > Flores: vulkaanmeren bij Moni > Riung, snorkelen > Bajawa, authentieke dorpen > Ruteng > Labuan Bajo > Komodo-archipel: 2 dagen varen, spot Komodovaranen.
Opvallende daken en oude graven op Sumba
Sumba (ook als Soemba geschreven) is één van de Kleine Sunda Eilanden en ligt in de Indische Oceaan. Het eiland is 210 kilometer lang en 40 kilometer breed. Het landschap is bergachtig en droog. Voor veel lokale bewoners is het lastig water te krijgen tijdens het droge seizoen. Sumba is één van de armste eilanden van Indonesië. Er komen weinig toeristen. Heel interessant zijn de dorpen en megalithische graven op het eiland. Een bezoek aan Sumba tijdens een individuele rondreis door Indonesië is een bijzondere toevoeging aan uw reis.
Geschiedenis van Sumba
Sumba kent vele culturen en heeft een boeiende geschiedenis. Zo is bekend dat het eiland tussen de 3e en 5e eeuw na Christus al bewoond was. Er zijn wapens en metalen gereedschappen uit die tijd gevonden. Ook zijn er megalithische graven te zien. Van de stenen graven en tombes hebben de bewoners van Sumba ware kunstwerken gemaakt. Engiszins vergelijkbaar zijn de hunebedden in Drenthe. Jongere versies van megalithische graven ontstonden pas eeuwen later in Azië. Tot op de dag van vandaag worden dit soort graven nog gemaakt op Sumba, wat wetenschappers erg interessant vinden.
Gedacht wordt dat Polynesische en Australische mensen het eiland als eersten bewoonden. Het eiland bleef lange tijd geïsoleerd totdat de handel in de omgeving goed op gang kwam en Arabische handelaren voet aan wal zetten.
In de tweede helft van de 14e eeuw werd Sumba onderdeel van de machtige Majapahit dynastie van Java. De eerste Europeanen bezochten het eiland in 1522. Sumba stond bekend om zijn sandelhout. Een dure houtsoort, die als medicijn werd gebruikt. Pas sinds de komst van penicilline wordt sandelhout niet meer als medicijn gebruikt. Daarnaast was er veel handel in andere soorten hout, paarden, fruit, ikatkleding en -doeken en noten. Nederland heeft Sumba nog lange tijd “Sandelhouteiland” genoemd, vernoemd naar de dure houtsoort.
Nederland had al vele gebieden in Indonesië veroverd en daarom kon Sumba niet uitblijven. Het eerste bewijs van de invloed van Nederland stamt uit 1754. Op 9 juni 1756 sloot VOC-gezant Johannes Andreas Paravicini een verdrag met de plaatselijke vorsten van de eilanden Roti, Solor, Timor en Sumba. Hierdoor verkreeg Nederland de soevereiniteit over deze eilanden. Op 31 augustus 1866 kregen de Nederlanders officieel de controle over Sumba. Controleur Roos aanvaardde het bestuur over het eiland. De bevolking bleef onder het bestuur van haar eigen leiders, de Radja’s. Nederland mocht zich er niet inmengen, maar alleen advies geven.
Sumba was in die tijd onrustig door allerlei oorzaken. Veel gebieden waren geïsoleerd, er waren communicatieproblemen door de talen en het botste soms tussen de verschillende religies. Hierdoor waren er veel oorlogjes tussen de stammen, koninkrijkjes, bevolkingsgroepen en dorpjes. Ook interne oorlogen kwamen voor. Deze oorlogen worden nog ieder jaar herdacht tijdens het Pasola Oorlog Festival, waarbij de oorlogen worden nagespeeld.
Pas in 1906 onder de Nederlander Van Heutz werd het eiland gepacificeerd. De Nederlandse militairen namen de macht over en de heerschappij van de Radja’s kwam tot een einde. Veel delen van het eiland bleven nog steeds ontoegankelijk en daardoor behielden deze plekken veel van hun oorspronkelijke cultuur.
Cultuur van Sumba
Het kleine Sumba kent vele culturen. Er worden diverse talen gesproken en er zijn verschillen tussen de oostkant en westkant van het eiland. Ongeveer 25 – 30 % van de bevolking is animistisch, de andere groepen zijn Nederlands calvinistisch/protestants, rooms-katholiek en een klein groepje is islamitisch.
Het oorspronkelijke geloof op Sumba is marapu, een animistische religie waarbij de aanbidding van voorouders centraal staat. Een marapu is een bemiddelaar tussen God en de mensen. De voorouders van de bewoners zijn de marapu waar men tot bidt. In veel dorpen staan er speciale adat-huizen voor erediensten.
Heel herkenbaar voor Sumba zijn de huizen. Vooral in westen van Sumba zijn er veel kampongs te vinden. Deze woningen staan in groepen bij elkaar en hebben een omheining. De huizen hebben hoge daken en staan om de tombes van hun voorvaderen. Er worden tijdens rituelen (bijvoorbeeld voor geluk tijdens het bouwen van een huis of voor een huwelijk) nog steeds dieren geofferd. De huizen hebben opvallende hoge puntdaken. Er wordt geloofd dat de ‘somba’, (de kracht van een voorouder die iemand met zich meedraagt) kan gaan wonen onder het puntdak als de levende persoon sterft. Hiermee wordt het huis dan beschermd.
Kaart van Sumba
Sumba is geen toeristisch eiland, het heeft geen grote steden maar wel veel geïsoleerde dorpjes met een bijzondere cultuur. Het westen van Sumba kent mooie rijstvelden en het oosten is bekend om zijn waterbuffels en ikat-textiel. Daarnaast zijn er op grote gedeeltes van het eiland parelwitte stranden en schitterende baaien. Dit alles maakt Sumba tot een waar surfparadijs en een interessante culturele locatie om naar toe te reizen.
Klimaat op Sumba
Op Sumba is het hele jaar door prima te reizen. De beste reistijd is van april tot en met november. In deze periode valt de minste neerslag. Het hele jaar door ligt de temperatuur tussen de 27 en 31 graden. Sumba heeft 2 soorten klimaten; een tropisch savanneklimaat en een steppeklimaat.