De Japanners
Japan bestond oorspronkelijk uit de eilanden Honshu (het hoofdeiland), Shikoku en Kyushu (en vele kleine eilandjes). Het noordelijke Hokkaido en het zuidelijke Okinawa waren tot de 19e eeuw geen onderdeel van Japan. Op Hokkaido leefden de Ainu. Tegenwoordig leven er nog ongeveer 25.000 Ainu, maar er is weinig overgebleven van hun cultuur. Wat nu Okinawa is was vroeger het Ryukyu-koninkrijk . Dit was een onafhankelijk koninkrijk en Okinawa heeft dan ook een heel eigen cultuur. De eilanden dreven veel handel met China, Korea en Japan en al deze landen hebben dit eilandenrijk beïnvloed.
Tegenwoordig wonen er ruim 127 miljoen mensen in Japan, die voor het overgrote deel in de grote steden wonen. In Japan wonen nauwelijks immigranten, die maken maar ongeveer 1% uit van de bevolking en bestaan voornamelijk uit Koreanen.
De vergrijzing is een groot probleem in Japan. Door de goede gezondheidszorg worden de Japanners steeds ouder. Daarnaast worden er ook steeds minder kinderen geboren, omdat veel vrouwen werken en geen tijd hebben voor een gezin.
Godsdienst in Japan
Japan kent twee belangrijke godsdiensten, namelijk shinto en boeddhisme. Shinto is de oudste godsdienst en bestaat al zo lang als de Japanse cultuur. Het betekent letterlijk ‘Weg der goden’. Deze goden of natuurgeesten worden vaak verbonden aan natuurverschijnselen, zoals bergen of rivieren, of concepten, zoals vruchtbaarheid. Volgens het shintoïsme is er geen absoluut goed en kwaad, slechte dingen worden veroorzaakt door de goden (kami). Rituelen zijn er dan ook op gericht om slechte geesten af te weren. Door het hele land zie je shinto-heiligdommen waar de kami wonen en worden vereerd.
Het boeddhisme is in de 6e eeuw in Japan geïntroduceerd. Het boeddhisme werd in het begin vooral door de adel beleden, maar al snel werden shinto en het boeddhisme naast elkaar gebruikt. De twee geloven vullen elkaar op sommige vlakken zelfs aan.
Het geloof speelt tegenwoordig geen grote rol meer in het dagelijks leven, maar vooral bij belangrijke gebeurtenissen zoals bruiloften, geboortes en begrafenissen. Tijdens nieuwjaar bezoeken ook veel mensen tempels en heiligdommen en gedurende het jaar (maar vooral in de zomer) vinden vele festivals (matsuri) plaats die een religieuze achtergrond hebben.
Het christendom is door de Portugezen naar Japan gebracht, maar hier is in het verleden veel verzet tegen geweest. Hierdoor is het christendom nauwelijks van de grond gekomen en zijn er maar weinig Japanners christen. Wel zijn christelijke bruiloften tegenwoordig in trek bij jonge (niet-christelijke) Japanners.