Potosí

Potosí is een grote stad met bijna 250.000 inwoners. Het is één van de hoogstgelegen steden ter wereld: de stad ligt op meer dan 4000 meter hoogte. De mijnbouw is hier nog steeds de grootste bron van inkomsten. Tot op de dag van vandaag wordt er onder primitieve omstandigheden tin gewonnen. Tijdens uw rondreis Bolivia kunt u één van de zilvermijnen bezoeken. Het middelpunt van de stad is het 10 november plein, omgeven door prachtige koloniale gebouwen. Er zijn talloze restaurants en leuke cafés in Potosí te vinden waar u ’s avonds kunt genieten van een drankje en een hapje.

Rond 1650 was Potosí met bijna 200.000 inwoners de grootste stad van Zuid-Amerika en net zo groot als Londen en Parijs. De stad was zeer welvarend en deze rijkdom had de stad te danken aan het zilver uit de Cerro Rico (rijke berg). De inheemse bevolking werd in de koloniale periode (1545-1825) gedwongen om als slaaf in de mijnen te werken. 8 Miljoen indianen en Afrikaanse slaven kwamen in de mijnen om en het zilver verdween naar Spanje. Eind 1800 daalde de zilverprijs en Potosí ging bijna geheel ten onder. Vervolgens werd tin het belangrijkste exportproduct. In 1994 zijn de laatste staatsmijnen gesloten, er zijn nu alleen nog enkele particuliere ondernemingen en coöperaties. Er wordt tegenwoordig vooral zink, tin, lood en wat restjes zilver gedolven. De arbeidsomstandigheden zijn nog steeds primitief.

Wegen kronkelen tussen de hoge, kale bergen naar Potosí. Het is de hoogst gelegen stad ter wereld.

Potosí ligt in een gebied met een warm steppeklimaat met het droge seizoen in de winter. Gedurende het hele jaar valt er weinig regen. De warmste maand is december met een gemiddelde temperatuur van 12 °C. Bekijk de klimaatpagina voor een uitgebreid overzicht van het klimaat in Bolivia.

Een leuke manier om meer over de stad te weten te komen, is door een stadstour te maken onder begeleiding van een gids. U loopt door de kleurige straten terwijl de gids u alles vertelt over het heden en verleden van Potosí. U brengt een bezoek aan de Kerk van Bethlehem, het Jezuïetenklooster, de Santa Teresa kerk, de Santo Domingo kerk en de toegangspoort tot de stad. Hoewel de meeste gebouwen niet meer in beste staat zijn, proeft u nog steeds de welvaart die er honderden jaren geleden heerste. De stadstour is onder begeleiding van een Engelstalige gids en kan zowel in de ochtend als middag gedaan worden.

Het Convento de Santa Teresa is een oud klooster waar vroeger compleet afgezonderd van de buitenwereld tientallen nonnen woonden. Tegenwoordig woont er nog steeds een kleine groep karmelietenzusters, maar de regels zijn inmiddels wel een beetje versoepeld. In het museum kunt u de oude cellen bezichtigen en de vele kunstwerken die aan het klooster werden geschonken. We raden aan om het klooster onder begeleiding van een gids te bezoeken.

In Potosí is ongeveer 85% van de bevolking direct of indirect afhankelijk van de mijnbouw. Mijnwerkers werken onder erbarmelijke omstandigheden in smalle diepe schachten onder de grond. Toeristen kunnen het de mijnwerkers een beetje gemakkelijker maken door een bezoek te brengen aan de mijn. De excursie begint standaard met een bezoek aan de markt, waar u, als u wilt, cocabladeren, drankjes, sigaretten en dynamiet kunt kopen voor de mijnwerkers. De mijnwerkers kauwen continu op cocabladeren om energie te krijgen voor het zware werk wat ze doen. Met het dynamiet kunnen ze stukken steen wegblazen. In de mijn krijgt u een beschermende outfit en laarzen aan. U loopt en kruipt op handen en knieën door het smalle gangenstelsel en maakt kennis met de mijnwerkers. Een indrukwekkende excursie die vanzelfsprekend niet geschikt is voor mensen die last hebben van claustrofobie.

Eeuwenlang was Potosí het centrum van de Boliviaanse munt. In Casa de la Moneda werden alle munten van Bolivia geslagen en het gebouw staat vanwege de prachtige architectuur op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Tegenwoordig is het gebouw een museum met een uitgebreide collectie munten en kunst. Er zijn zowel religieuze als moderne kunstwerken, mummies, Inca-erfgoed en attributen die vroeger werden gebruikt bij het slaan van de munten te bezichtigen. Het museum is uitsluitend te bezoeken onder begeleiding van een gids.

Rondom Potosí zijn enkele hotsprings waar u een duik kunt nemen in het warme water. Deze hotsprings werden al door de Inca’s gebruikt om in te baden. De gemiddelde temperatuur van de heetwaterbaden is 30 graden Celsius. De bekendste plekken zijn Chaqui Baño en Tarapaya, deze zijn makkelijk te bereiken met het openbaar vervoer vanuit Potosí. Indien gewenst kunnen wij het (privé) vervoer voor u regelen.