Reizen naar Indonesië: op zoek naar familiegeschiedenis (deel 4)
In mei 2018 maak ik een bijzondere reis naar Indonesië, op zoek naar een stukje geschiedenis van mijn familie. Ik neem u mee op deze voor mij bijzondere reis.
Deel 4.
Zaterdag 12 mei - van Jogyakarta naar Bandung
Vannacht wat onrustig geslapen. Dit vanwege het feit dat in mijn kamer beesten boven het plafond aan het ravotten waren. En vanwege mijn buren: een groep mountainbikers die vroeg opstaan en denken dat ze de enige zijn in het hotel. Ik val nog even in slaap totdat mijn wekker gaat. Ik ga lekker douchen en kleed me aan. Momenteel ben ik alleen en moet erop vertrouwen dat ik straks word opgehaald om naar het station te worden gebracht. Zonder me te haasten ga ik ontbijten met twee Hollandse bruine boterhammen en thee. Ik moet even geen rijst of mie in de ochtend meer. Ik ga naar mijn kamer om de laatste zaken in mijn rugzak te stoppen en realiseer me dat deze te vol is. Ben ook geen backpackreiziger.
De afspraak is dat ik om 10 uur word opgehaald en als ervaren planner zorg ik ervoor om 09.30 uur uitgecheckt te zijn. Even afwachten hoe laat mijn chauffeur komt. Ik besluit om bij het ontbijtbuffet nog een koffie te nemen en mijn boek te lezen. Na 2 bladzijden staat de chauffeur al voor mijn neus. Ik heb mijn koffie nog niet eens op. Ik drink rustig mijn koffie op en loop naar de auto. Binnen 20 minuten sta ik op het station, prima geregeld dus. Daar wordt mijn ticket gecheckt en vergeleken met mijn paspoort. Iedereen is heel gedienstig. Ik word verwezen naar spoor 5 en mijn trein zal om 11.25 uur vertrekken. Ik heb nu 1,5 uur om te wachten. Het station ziet er keurig uit en lijkt op station Hollands Spoor. Met voldoende faciliteiten om even rond te lopen en te eten.
Sommige stoelen op het station zijn zelfs voorzien van stopcontacten en USB-aansluitingen. Want een leven zonder mobiel is hier niet denkbaar. Ik schrijf dit terwijl ik rustig wacht op mijn trein naar Bandung. Rond 11.10 uur wordt er iets omgeroepen maar zelfs in het Engels versta ik er niets van. Via wat omstanders snap ik dat de trein eraan komt en dat we vast op het perron moeten gaan staan. De trein arriveert prima op tijd. Ik zoek mijn wagon en loop naar mijn vaste plaats. Een plekje aan het raam met rechts de bergen en links de kust. De trein is in ieder geval een stuk koeler dan buiten maar ik snap niet dat ik iets warms mee moest nemen. Ik zit in een executive coupé met slaapstoelen en voetensteunen, er liggen kussentjes en voldoende beenruimte waarvan de KLM nog iets van kan leren. De trein zoeft door het groene landschap wat zich afwisselt met groene sawa’s en oerwouden met teakbomen en klapperbomen vol met vruchten.
Ik bedenk me ineens dat pa deze reis in zijn eentje heeft gemaakt vanuit Bandung naar Semarang om zijn moeder en zus in het kamp terug te vinden. Tante Tinie kon zich dit moment nog goed herinneren hoe ze direct door pa op de schouders werd gezet. Wat moeten ze blij geweest zijn om elkaar weer levend te hebben teruggevonden. Zeker wanneer je je realiseert hoeveel mensen dit niet overleefd hebben. Alleen de sterksten bleven over. En dan de vraag: hoe komen we weer in Nederland? Pa wil dat ze meegaan naar Bandung. Maar Oma en Tinie willen wachten op de mariniers om naar Surabaja te gaan.
Van het transport naar Surabaya blijft maar de helft over aangezien ze op de route terug aangevallen worden door het nationalistische leger van Indonesië. Die wilde alle Europeanen feitelijk doden. Zeker de Nederlanders. Ze wilden niet weer onder het bewind komen van een ander land. Pa heeft er voor gekozen om wel via Bandung te reizen. Alle drie komen uiteindelijk veilig aan in Nederland. Maar wel eerst weer gescheiden en in Nederland weer bijeen. Ik laat mijn gedachten gaan en probeer me voor te stellen hoe het er eind ‘44 aan toe gegaan moet zijn tijdens deze treinreis. ‘Leven ze nog, hoe tref ik ze aan, waar zal ik ze zien’, genoeg om je zorgen over te maken als kind van 19 tijdens een treinreis van ruim 7 uur.
Na 7 uur gezeten te hebben, waarvan het laatste uur alweer in het donker, rijden we Station Bandung binnen. Ik volg simpelweg de kudde en aangezien er maar 1 uitgang is komt dat goed uit. Bij de uitgang staat Rudi al op me te wachten. We stappen in de auto en vertrekken naar het hotel. Het eerste wat opvalt is de omvang van dit hotel. Waarschijnlijk tussendoor geslipt want het is erg groot en onrustig. Ik heb een kamer op de vijfde verdieping. Het is nu 20.30 uur, net gedoucht en wil nog wat eten. Geen probleem maar ik zit hier letterlijk alleen aan tafel. Straks maar even naar buiten lopen.
Het is tenslotte zaterdagavond.
Zondag 13 mei - Bandung
Ik realiseer me wederom, maar nu bij het wakker worden, dat dit geen hotel is voor mij. Ik dacht dat ik alle voorgestelde hotels had nagekeken maar deze is er waarschijnlijk tussendoor geglipt. Te hoog (ik slaap op de vijfde verdieping), te groot (ik verdwaal zowat), ‘s avonds leeg en als ik ‘s ochtends naar het ontbijt ga is het zwembad, dat aan het restaurant ligt, vol met kleine kinderen in het water en blij toekijkende ouders. De ontbijtzaal lijkt meer op een Bijenkorf dan de rustige eetzaal van de vorige avond. Het lijken wel 2 werelden waarin ik nog niet de middenweg heb gevonden.
Maar eerst even een licht ontbijt als voorbereiding op de dag van het vierde en vijfde en laatste jappenkamp. Bij het ontbijt komt Rudi al aan. Fijn hoor, iedere dag op tijd en opgewekt. Hij heeft vandaag wel een zorg, want zijn dochter staat op het punt te bevallen. Gelukkig zijn we in de stad, waar zowel Rudi als zijn dochter wonen. We vertrekken naar Tjimahi, eigenlijk een stad maar nu vergroeit aan Bandung.
We parkeren bij het station, alles ziet er Nederlands opgezet uit. Ruim opgezet en gebouwen van neo-classicistische of Art Deco stijl. We wandelen van het station naar het gebied van de 4 & 9 bataljons. Op de hoek bij de Pasar Kumeli straat wijst iemand ons in de richting van de gevangenis. Daar moet je zijn. Daar aangekomen proberen we binnen te komen of om te kijken of er iets van een museumpje is, maar helaas beide nul op rekest. We geven de moed niet op en lopen om de gevangenis in de richting waar het spoorwerkkamp moet zijn geweest. We hebben nu iets meer geluk. Er zijn Javanen die nog wel iets weten. Ze vertellen dat de gevangenis tijdens de oorlog ook gebruikt werd voor opvang en dat het treinwerkkampje iets verder ligt.
We lopen door tot aan het spoor en we stellen vast dat het gebied waar we gewandeld hebben de desbetreffende locatie moet zijn geweest. We lopen weer terug naar de achterzijde van de gevangenis waar een gebouw staat met de treffende benaming ‘Munitiekamer’. Dit is voor mij een centraal punt tussen het treinkamp en het jongenskamer. Ik besluit om hier mijn vierde ritueel uit te voeren. Ik loop het gras op en onder een mooie struik laat ik weer wat as van pa achter.
Rudi stelt voor dat ik nog even ga kijken bij de Munitiekamer terwijl er iemand komt aanlopen. Rudi praat en rookt een sigaretje met deze man. Vervolgens halen ze mij op en mogen we een klein stukje het terrein van gevangenis op. Ik ben beiden zeer dankbaar. Vervolgens lopen we terug naar het oorspronkelijke kamp en kijken of we binnen mogen komen. Om een goed beeld te krijgen maak in vanaf de buitenzijde diverse foto’s, onder andere van een Dakota die half voor de deur staat. Ik bedenk me dat pa vertelde dat hij met zo'n vliegtuig van Bandung naar Singapore is gevlogen.
Bij de poort proberen we wederom om binnen te komen maar helaas. De poortwachters willen wel meedenken maar we mogen niet naar binnen. Ze geven wel aan dat we op de goede plek zijn maar dat er al heel wat gebouwen zijn gesloopt en vernieuwd. De geschiedenis haalt zichzelf in. Nog niet helemaal overtuigd lopen we door naar de volgende poort die logischerwijze nog dichter bij de plek van de jongenskamer moet zijn geweest. Nu hebben de Javaanse militairen ons door en we worden door twee man aangesproken. Rudi verontschuldigt zich in het Maleis en vraagt mij om mijn tekst en verhaal te laten zien (nu komen mijn huiswerk en prints goed van pas). In het Engels vertel ik mijn doel en achtergrond. Het wordt geaccepteerd maar we mogen nu ook van buiten het complex geen foto's meer maken. Bij het weglopen van de soldaat druk ik vanaf mijn borst nog een keer mijn fototoestel af. Dat was kantje boord. We lopen terug naar het station, maken nog wat foto’s en stappen in de auto.
Op naar het ereveld Kerkoff Leuwigajah niet ver van onze huidige plek. Het ereveld ligt vanaf de weg enigszins verscholen achter de algemene begraafplaats waar het overigens druk is i.v.m een begrafenis. Tussen de grafstenen door zie ik in de verte een gouden traliehek opdoemen met hierachter een keurig groen gazon vol met keurig gerangschikte witte kruizen. We trekken aan het koord van de scheepsbetimmeringen, in het Nederlands staat één keer bellen. Een jonge Javaan komt aangelopen om het hek voor ons te openen. Nadat hij ons binnen heeft gelaten zoeken we in de boeken naar de naam van opa, maar helaas. Zijn naam wordt op de website wel gevonden, maar niet waar hij ligt. Joke en Jeroen nog maar eens vragen!
Ik begin aan een ronde over het ereveld en aangekomen aan het midden aan de andere zijde zoek ik wederom een plek om wat as achter te laten. Onder een boom vind ik een gebroken kommetje. Dit kommetje plaats ik onder een bloeiende plant en doe er weer wat van de as van pa in. Ik besluit om het zo tussen de plantjes te laten staan. Sta nog even stil, neem afscheid, en vertrek in de richting van de uitgang. Hiermee heb ik ook Tjimahi afgerond. In de auto vraagt Rudi of ik nog iets wil zien. Ik geef aan dat pa op een boerderij, de Zonnehoeve Tjimindi, heeft gewerkt. Tjimindi is een straatnaam en ligt vlakbij de andere complexen. We rijden wat rond, vragen het links en rechts maar niemand kent het. We besluiten om de dag af te sluiten met een maaltijd. We gaan eten bij de Indische tafel. Een restaurant nog in de Nederlandse sfeer met uit de boxen soms Nederlandse en Engelse muziek uit die tijd. Ik hoor zelfs de jonge bedienden af en toe meezingen. Geweldig. Juist wanneer ik mijn zussen van deze locatie in kennis stel hoor ik omaatje lief van Heintje Davids door de boxen. Leuk, aangezien het moederdag is.
Ik eet een heerlijke nasi goreng met veel saté ajam. We sluiten af met een goede bak koffie. Prima afsluiting. Rudi en ik moeten bijna afscheid nemen. Hij komt me morgen om 05.30 uur ophalen om me vervolgens naar het vliegveld van Bandung te brengen. Dat is even schrikken.
Vervolgens rijden we terug naar het hotel maar niet voordat Rudi mij al rijdend meeneemt door het centrum van Bandung over de Brada. Straten met nog veel Nederlands ogende gebouwen. Geweldig om te zien. Maar er is geen Nederlandse winkel te bekennen. Bij het hotel besluit ik om lekker beneden te gaan zitten aan het overigens verlaten zwembad en mijn tekst en foto's van vandaag te verwerken. Ik krijg een verlengsnoer en een kop thee en ik ga aan de slag.
Wat een geweldig geslaagde dag vandaag. Ik voel me al een stuk lichter worden tot ik van Joke een whats app ontvang waarin ze aangeeft dat ze aan mij denkt en aan Bandung terwijl ik hier ben. Ja hoor, daar ga ik weer……..!
Maandag 14 mei - van Bandung naar Singapore
Deze reis heeft een dubbel doel, enerzijds omdat ik naar Tioman Island moet komen, maar ook omdat Pa deze reis maakte met een Dakota (zie de foto hierboven) op zijn terugreis naar Nederland.
Dus vanochtend vroeg op (om 04.15 uur), douchen, aankleden, laatste spullen in de koffer en in de rugzak. Om even voor 05.00 uur sta ik beneden in de lege ontbijtzaal. Er wordt volop gewerkt om het ontbijt in gereedheid te brengen. Dus de thee en de broodjes liggen al klaar. Even rustig ontbijten. Ik zie Rudi aankomen en loop na het afronden van mijn ontbijt naar buiten. Binnen een klein half uurtje staan we voor de ingang van Bandung AirPort. We wisselen nog wat gegevens uit en ik bedank Rudi, aangezien hij zaken mogelijk heeft gemaakt die ik zelf niet voor elkaar gekregen zou hebben, en we nemen hartelijk afscheid. Een kleine handdruk en een lichte buiging.
Dan begint de fase voor mijn vlucht: eerst naar binnen en eerste controle, koffer inchecken, koffer iets te zwaar, een paar zaken overpakken, geen probleem en een lange-benenplaats regelen, ook geen probleem. Op naar de volgende fase: opnieuw controle van de tas die mee aan boord gaat. Ik heb water, appel en wat koekjes in de tas en de as van beide ouders in de tas. Ik heb besloten er geen ruchtbaarheid aan te geven. Als ze vragen hebben dan vertel ik het wel, maar blijkt niet nodig. Nu door naar de pascontrole. Aardige maar bedachtzame mensen en met een hoop stempels in mijn paspoort kom ik er doorheen. Even kijken welke gate, maar het vliegveld in Bandung is niet zo groot: maar drie gates. Ik heb gate 1. Nu weer een uurtje wachten tot het vliegtuig komt. Ik zit op een stoel bij het raam, we zien de vliegtuigen voor de deur parkeren en de passagiers lopen van en naar het vliegtuig. Net Rotterdam AirPort. Met enige vertraging stap ik in.
Nu heb ik een lange-benenplaats maar naast me zit een man die zijn gordel niet vast kan doen. Niet onaardig bedoeld maar gewoon groot dus. Heb ik weer. Ik kijk om me heen of er ergens anders een vrije plek is want dit is niets. Gelukkig heeft de stewardess het door en verzoekt twee andere passagiers te wisselen met mijn buren. Dat lukt. Nu zitten er twee slanke jongens naast me. De vlucht verloopt prima, even door de pascontrole, koffer ophalen en hopen dat mijn chauffeur er staat. Dat duurt even maar het komt goed. Een goed Engels sprekende dame brengt me met haar busje naar het Scarlett hotel. Nu hadden mensen mij verteld dat Singapore een schone stad is maar zo schoon had ik niet verwacht. De wegen zijn perfect en voorzien van groen en fleurige planten. De wegen in de stad zijn duidelijk en een beetje Amerikaans ingericht. Duidelijk dus. Ik word in Chinatown bij het Scarlett hotel afgezet.
Wanneer ik haar vraag hoe laat ze mij morgen ophaalt, haalt ze vertwijfeld haar schouders op. Ze geeft me wel direct het nummer van haar bedrijf. Ik check in bij de balie en vraag de receptioniste het bedrijf te bellen. Daar hoor ik dat er nog geen bevestiging uit Maleisië is. Even afwachten dus, ik laat het even varen. Ik besluit, nadat ik mijn koffer in de kamer heb gebracht, de straat op te gaan. Het is ongeveer 13.30 uur en ik heb trek. Om de hoek is een soort eetmarkt van allerlei Indische en Chinese mini tokootjes. Ik zoek iets lekkers uit, mihoen kip. Ik krijg daar een soepje bij en een cola. Dat gaat er wel in.
Tijdens het eten komt er een Maleisische vrouw aan tafel zitten. We proberen tijdens het eten een beetje te kletsen, dat gaat ondanks het rumoer nog niet zo makkelijk. Na het eten ga ik een stuk lopen door de stad en probeer bij de haven te komen. Ik weet dat hier een gebouw staat van drie torens waar een schipachtig gebouw overheen ligt. Ik volg de kaart en kom uiteindelijk precies voor het gebouw uit wat ik zocht. Nu ik aan de haven sta neem ik even rust, het heeft twee dagen geregend en de lucht is warm en vochtig. Ik ben nu al doorweekt. Ik begin nu met de route om de haven en loop naar de Singapore flyer, een reuzenrad zoals in Londen. Ik geniet van alle hoge gebouwen en de omgeving. Het is hier prachtig, schoon en goed georganiseerd.
Uiteindelijk kom ik na 4 uur weer bij mijn hotel aan. Ik doe snel alles uit en neem een verkwikkende douche. Even op bed en uitrusten. Momenteel zit ik op het dakterras van het hotel op de vierde verdieping. Het is donker, temperatuur is prima en er zitten nog wat meer mensen. Ik neem een lekker biertje terwijl ik dit schrijf.
Heb inmiddels ook de de bevestiging ontvangen voor mijn reis naar Tioman Island. Om 06.30 uur word ik opgehaald. Geregeld dus.
Morgen ben ik op Tioman Island, mijn laatste etappe.
Lees deel 6 (laatste deel)
Hartelijk groet,
Jan Kesteloo