Informatie Kalimantan

Het eiland Borneo bestaat uit het Maleisische Sabah en Sarawak, het onafhankelijke Brunei en het Indonesische Kalimantan. Het centrale en het zuidelijke gedeelte van Borneo is Kalimantan.

Het Indonesische deel van Borneo: Kalimantan

In Indonesië wordt het gehele eiland met de naam Kalimantan aangeduid.
Over Borneo loopt de evenaar en het kent een warm en vochtig klimaat waarbij grote delen van het eiland bedekt zijn met tropisch regenwoud. Het is een woonplaats voor vele markante dieren zoals de orang-oetan, de neusaap, de meterslange koningscobra, de kleurrijke neushoornvogel en diverse ijsvogels.

 

Het dunbevolkte Kalimantan lijkt misschien een beetje een achtergebleven provincie van Indonesië, maar het is één van de rijkste gebieden van het land. Grondstoffen zoals goud, kolen, olie, tin en uranium zijn een enorme bron van inkomsten. Veel van het geld dat hiermee verdient wordt gaat echter naar Jakarta. Kalimantan is mede daarom nog niet echt toeristisch, maar toch leent dit gedeelte van Indonesië zich prima om toe te voegen aan uw rondreis door Indonesië.

 

Kalimantan toerisme

Kalimantan wordt, net zoals veel andere gebieden in Borneo, voor een gedeelte bedekt met dicht oerwoud. Dit betekent dat er veel uitzonderlijke dieren zijn te zien zoals orang-oetans en neusapen. Helaas wordt veel jungle gekapt en komen er palmolieplantages. In de dichte jungle vestigden zich de Dayak, een bevolking met een oude en rijke cultuur. Kalimantan heeft goede duiklocaties want het heeft één van de mooiste onderwaterwerelden van de wereld. Op Kalimantan zijn er weinig wegen, waardoor het reizen soms lastig is.

 

Een orang oetan in Tanjung Puting National Park op Kalimantan

 

Tanjung Puting Nationaal Park

In Centraal-Kalimantan ligt het Tanjung Puting National Park. Dit is het bekendste park van Kalimantan en populair om te bezoeken. Het park beslaat een gebied van 400.000 hectare met gevarieerde landschappen van laaglandregenwouden, mangrovebossen en verswatermoerassen.
Naast de populaire orang-oetans en neusapen komen hier ook luipaarden, herten, batengs, krokodillen, slangen, kikkers, civetkatten en meer dan 220 soorten verschillende vogels voor. Borneo is de één van de twee locaties waar orang-oetans in het wild leven (naast Sumatra), maar alleen op dit eiland komt de neusaap voor. Bij bepaalde plaatsen zoals Tanjung Harapan, Pondok Tangui en Camp Leakey worden orang-oetans gerehabiliteerd zodat ze weer terug kunnen naar de wildernis. Het Natai Lengkuas is een onderzoekscentrum dat zich richt op de neusapen, de vegetatie en het herstel van de bossen. Het is mogelijk de onderzoekscentra te bezoeken.
Andere bekende parken op Kalimantan zijn het Kayan Mentarang National Park en het Danau Sentarum National Park.

 

Mahakam rivier in Oost-Kalimantan

Over de binnenrivieren van Kalimantan is het goed mogelijk een cruise te doen tijdens een rondreis. Onderweg zijn er vele kleine eilandjes, dorpjes en dieren te zien. Zo zijn er neushoornvogels, ijsvogels maar ook de unieke Irrawaddydolfijnen. Tijdens een cruise krijgt u een mooie inkijk in het leven van de mensen in Indonesië. Het leven speelt zich voor een groot deel op water af, waar vissers hun werk doen, en waar mensen langs de oevers kraampjes met eten opzetten. De zonsondergang vanaf het water is spectaculair. Langs de rivier zijn veel Dayak dorpjes te bewonderen met hun mooie houten longhouses en opvallende beelden. Veel dorpjes langs de oever hebben huizen die op hoge palen staan. Dit is zo gebouwd zodat het is opgewassen tegen het stijgende water tijdens het regenseizoen.


Derawan duiken

Het is leuk om te duiken of te snorkelen bij het eiland Derawan in Kalimantan. Er zijn dieren te zien zoals groene schildpadden, rifhaaien en barracuda’s. Ook zijn de eilanden Derawan, Maratua en Nabuko te bezoeken. Vooral de stranden van Maratua en Nabucco worden geroemd om hun schoonheid. Derawan kent een verrassende onderwaterwereld en wordt gezien als één van de beste duiklocaties ter wereld. Er zijn daar reuze schildpadden, kwallen, zeekoeien, dolfijnen, reuzenmanta’s, barracuda’s en soms walvissen. 

Het Derawan-archipel kent 31 eilandjes. Dit is de broedplaats voor grote groene schildpadden en karetschildpadden. Iedere dag leggen zij eieren in het zand of. Soms is het mogelijk te zien hoe kleine schildpadjes hun weg naar de zee zoeken. Het gehele gebied van water bestaat uit 1.27 miljoen hectare. Er zijn 460 verschillende soorten koraal te vinden en meer dan 870 vissensoorten.
Het eiland Kakaban herbergt nog iets bijzonders. Er is daar een zogenaamd ‘jellyfish lake’, een meer van kwallen. Hier zwemmen kleine kwalletjes rond die niet steken. Het is dus een mogelijkheid hier te snorkelen. Fantastisch met een onderwatercamera, want dit levert de meest bijzondere plaatjes op! Derawan is een plaats die gemakkelijk aan te doen is tijdens een rondreis door Indonesië of tijdens een van de Kalimantan bouwstenen.

 

 

Kalimantan cultuur
 

Bewoners van Kalimantan

Kalimantan heeft verschillende bevolkingsgroepen waarbij meerdere talen worden gesproken, net zoals veel andere gebieden in Indonesië. De bewoners van de kuststreken zijn de islamitische Maleiers, onder te verdelen in onder andere: Kutai (aan de oostkust) en Banjarezen (rond Banjarmasin). De inlandse bevolking wordt Dayak genoemd. De Dayak is de naam voor ongeveer 200 verschillende stammen die in de binnenlanden van Borneo wonen. De Dayak zijn de oorspronkelijke bewoners van Kalimantan. Tijdens een tour door Kalimantan kunt u genoeg traditionele dorpen en culturele bezienswaardigheden bekijken.


De Dayak

Een aantal bekende Dayakstammen zijn de Kenyah, de Iban, de Kayan, de Benuaq en de Tunjung. Hun bestaansmiddelen zijn de jacht, de visvangst en het verzamelen van producten in het bos. Vroeger stonden ze bekend als koppensnellers. Dat houdt in dat iemand wordt gedood en diegene zijn hoofd wordt mee genomen als een trofee. De hoofden werden aan goden en geesten aangeboden en gebruikt in rites. De Dayak woonden in longhouses met prachtig houtsnijwerk. Leden van de stam Kenyah hebben lange uitgerekte oorlellen door de zware oorringen die ze dragen. Bij de stam Bahau komen vooral veel bijzondere tatoeages voor.

 

 

Tegenwoordig dragen de meeste Dayaks westerse kleding en komt het koppensnellen niet meer voor, maar er zijn nog steeds schitterend versierde longhouses. Ze doen hun naam eer aan en zijn soms wel 200 meter lang. De longhouses boden onderdak aan enkele gezinnen tot een paar honderd mensen. De huizen staan op palen. Vaak is er een soort veranda (wel binnen) voor gemeenschappelijk gebruik en kamers per gezin. De meeste bewoners wonen nu echter in gewone huisjes, veel ook op palen zodat ze beschermd zijn tegen de stijgende rivieren tijdens het regenseizoen. U ziet deze dorpjes aan de oevers van de Mahakamrivier die u kunt aandoen tijdens een cruise.
Het christendom en de islam hebben veel invloed gehad op de religie van de Dayak maar animistische waarden worden nog steeds gehandhaafd. Hoe noordelijker u reist door Kalimantan, hoe traditioneler de Dayak wordt. 


Andere bevolkingsgroepen op Kalimantan

Een derde opvallende bevolkingsgroep is de Punan: nomadische jagers en verzamelaars die in groepen van 30-40 personen door het regenwoud trekken. Verder zijn er veel transmigranten zoals Chinezen, Javanen, Buginezen en Madurezen. De Dayak zijn voornamelijk christelijk, de andere bevolkingsgroepen zijn meestal islamitisch. Bij vrijwel alle bevolkingsgroepen wordt er in zekere mate geloofd in magie en geestenverering. 


Religie van de Dayak

Het traditionele geloof op Kalimantan was het animisme. Dit houdt in dat zielen en geesten niet alleen bestaan in mensen en dieren, maar ook in de natuur, zoals in planten, bomen en stenen. Daarnaast zijn er veel geesten die goede of kwade bedoelingen kunnen hebben, net zoals er goede en slechte mensen zijn. Mensen moeten zich beschermen tegen de kwade geesten omdat deze in staat zijn mensen te vermoorden. Daarnaast kunnen slechte geesten ook oogsten laten mislukken of dieren een ziekte bezorgen. Door het uitvoeren van rituelen is het mogelijk de familie en het dorp te beschermen. Goede geesten moesten te vriend worden gehouden, want deze konden het dorp helpen en mensen bijstaan tijdens oorlogen enzovoort. In slechte tijden werden offers uitgevoerd om het kosmische evenwicht te herstellen. Koppensnellen hielp hier bij: het was een goede manier om het aantal offers te voldoen. Bovendien gaf het de man die het koppensnellen had uitgevoerd, veel aanzien.


Lichaamskunst van de Dayak

De Dayak deden lange tijd aan het versieren van het lichaam. Ze gaven elkaar tatoeages, droegen hulpstukken en ook sieraden werden veel gebruikt.
Dayak vrouwen kregen op jonge leeftijd oorringen. Naarmate de vrouw ouder werd, kreeg ze steeds meer oorringen. Dit hield in dat sommige volwassen vrouwen al meer dan honderd oorringen droegen waardoor de oorlellen maximaal werden uitgerekt. In deze cultuur werd dat gezien als aantrekkelijk voor de mannen.

Dayak mannen droegen veelal sieraden van dierentanden. Ook droegen ze banden met veren in hun haar of een tulband op hun hoofd. Om hun lichaam hadden ze een lendendoek met een soort kleedje eraan zodat ze konden zitten. Een voor westerse begrippen opvallende decoratie is de palang: een penispin. De penis van de man wordt met een pin doorboort waardoor deze groter wordt. Dit werd vrijwillig gedaan.
Beide geslachten hadden tatoeages. Deze konden beschermen tegen ziektes, of ze waren een bewijs van getoonde moed.

 


De longhouses

De Dayak huizen worden longhouses genoemd. Het zijn enorm lange huizen op hoge palen. Door de lengte kon één huis ruimte bieden aan meerdere families. Mensen leefden dicht op elkaar maar hadden ook hun eigen ruimtes. De huizen boden goede bescherming tegen aanvallen van vijanden. De palen waren functioneel omdat tijdens het regenseizoen het waterpeil flink kan stijgen. De huizen zijn van hout gemaakt en ze zijn rijkelijk gedecoreerd. Voor de huizen staan indrukwekkende houten beelden en ook de palen zijn bewerkt.
Na de onafhankelijkheid van Indonesië moedigde de regering de Dayak aan om in ‘normale’ huizen te gaan wonen. Toen de culturele diversiteit van Indonesië meer in kaart werd gebracht, werd ingezien dat tradities juist belangrijk zijn. Ook voor het toerisme in Indonesië waren deze huizen juist van groot belang.

 

Tegenwoordige leven in Kalimantan

Veel mensen leven van de visvangst, jacht en landbouw. Er zijn nog steeds Dayakstammen die enkel leven van jagen. Door religieuze missies zijn veel Dayaks bekeert tot het christendom. De meesten van hen dragen westerse kleding en enkelen hebben zelfs hun naam veranderd. Toch wordt hier en daar nog steeds het oude animisme aangehangen. Hoe noordelijker in Kalimantan, hoe meer traditioneler sommige stammen zijn. Andere bevolkingsgroepen zijn voornamelijk islamitisch. 

 

Kalimantan geschiedenis
 

Pre-koloniale geschiedenis van Kalimantan

Het Indonesische Kalimantan heeft altijd bij het eiland Borneo gehoord. Al rond 3000 voor Christus werd Borneo bewoond door mensen. Indische handelaars en priesters introduceerden het hindoeïsme rond 400 voor Christus. Vlakbij de Mahakam rivier in Oost-Kalimantan vestigde zich het eerste hindoe koninkrijk dat in dat gebied enkele eeuwen regeerde, Kutai Martadipur genoemd. Deze wordt gezien als de oudste monarchie van Indonesië.
Andere gedeeltes van Borneo waren onderdeel van het koninkrijk Sriwijaya. Rond 1300 na Christus vestigden zich Javanen in het gebied rond de oude monarchie van Kutai Martadipur. Ze namen de locatie in en breidden het gebied uit. De nieuwe naam werd Kutai Kartanegara Ing Martadipura.


Op andere gedeeltes van Borneo viel het bestuur onder het koninkrijk Majapahit uit Oost-Java. Met de komst van de Javanen werd de islam geïntroduceerd en veel koninkrijkjes bekeerden zich van het hindoeïsme naar de islam. In de 17e eeuw waren de meeste kustgebieden islamitisch. Toch slaagde geen enkele missionaris erin om alle oude gebruiken van de eerdere religies volledig uit te bannen.
Kalimantan bevond zich op een goede locatie voor handelsroutes in Azië. De ligging tussen Java, de Filippijnen en China zorgde voor een druk handelsverkeer, waarna veel Chinezen zich op Borneo vestigden.

 

De koloniale geschiedenis van Kalimantan

De Britse kolonisten probeerden als eerste de macht te krijgen over Borneo. Vanuit Banjarmasin probeerden ze door de peperhandel rijk te worden. Dit ging lange tijd goed totdat in 1701 de lokale bevolking in opstand kwam. De Britten hadden Buginese huurlingen als bewakers maar die kozen niet hun kant. In 1707 werden de Britten verjaagd uit het gebied.
Nederland wilde al langere tijd de volledige controle krijgen over de eilandengroep en ze vonden Borneo ook een interessant gebied en dan met name de zuid- en westkust. Ze begonnen met een diamantenhandel en zagen niet de andere grondstoffen en mineralen die Kalimantan rijk is. Rond 1825 sluiten de Nederlanders verdragen aan de westkust maar ze vestigen geen bestuurscentra. In 1839 sticht de Britse avonturier James Brooke een eigen kolonie bij Sarawak. Nederland zag in dat iedere Europese macht gemakkelijk een eigen nederzetting kon opzetten. Nederland besloot veel verdragen te sluiten met lokale vorsten zodat andere Europeanen de macht niet konden overnemen. Nederland had wel moeite met de expansie want er was veel lokaal verzet. In 1859 kwam er zelfs een oorlog die ruim vier jaar duurde. Nederland won, maar het verzet ging door tot 1905.

 

Na de Tweede Wereldoorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog bezette Japan Borneo van 1942 tot 1945. Na de Tweede Wereldoorlog gaven nakomelingen van James Brook Sarawak aan de Britse regering. De Britten namen ook de macht over in Sabah en Brunei.
In 1949 werd het Indonesische gebied van Borneo aan de nieuwe Indonesische republiek toegevoegd. De naam van dit Indonesische gedeelte werd Kalimantan genoemd. Sabah en Sarawak werden samen met Singapore toegevoegd aan de nieuwe federale staat van Maleisië in 1963. Pas in 1984 werd Brunei onafhankelijk van Engeland.
De Indonesische regering probeerde na de onafhankelijkheid van Nederland de bevolking te verspreiden over de archipel. Met een transmigratie werden inwoners gestimuleerd zich op andere eilanden te vestigen om zo de bevolkingsdrukte op onder andere Java te doen afnemen. Ruim 26% van de mensen op Kalimantan is daar dan ook gekomen via transmigratie.


Dit leidde tot spanningen aan het eind van de jaren ’90. Veel transmigranten kwamen van het eiland Madura. Tussen de Madurezen, de Dayak en de Maleiers waren veel spanningen en er traden geweldheden op tussen de bevolkingsgroepen. Tussen 1997 en 2001 vielen honderden doden. Omdat de Madura in de minderheid was zijn vrijwel alle doden aan hun zijde gevallen. De Dayak en Maleiers voelden zich als autochtonen bedreigd door de nieuwe bewoners. De Madurezen waren in grote getallen naar Borneo gekomen, vaak gedwongen door de centrale regering in Jakarta.

 

Nu is gelukkig de rust op Kalimantan herstelt en is het een aantrekkelijk gebied om een rondreis Kalimantan te maken.