Kennis maken met de mentaliteit, gewoonten en gebruiken in Indonesie
De Indonesiërs vinden beleefd gedrag, goede manieren en tradities bijzonder belangrijk. De mensen zijn hartelijk, gemaakte fouten worden weggelachen. Boze toeristen zijn om te lachen. Als men op een vraag geen antwoord heeft, wordt er vaak toch een antwoord gegeven. Het lijkt of de mensen onbezorgd zijn, maar schijn bedriegt.
De harmonie vormt de kern van het bestaan en men zal altijd proberen de balans in hun leven te handhaven. Het gemeenschappelijke gaat boven alles; daarvan is men namelijk afhankelijk in tijden van nood. De familie is het belangrijkst.
Gezichtsverlies is voor een Aziaat het ergste dat hem of haar kan overkomen. Goede manieren, bijvoorbeeld niet te luidruchtig zijn en decent gekleed gaan zijn van groot belang. Een belangrijke beleefdheidsvorm is het aangeven en aanpakken van iets met de rechterhand. De linkerhand is de onreine hand (wordt bij de toiletgang gebruikt). Het hoofd is het belangrijkste (heilige) deel van het lichaam; het mag niet ongevraagd aangeraakt worden. Een kind een aai over zijn bolletje geven wordt niet gewaardeerd, al zult u dat niet altijd merken.
Geduld is een schone zaak; ongeduldig zijn is ongepast. Efficiëntie is vaak ver te zoeken en er moet vaak wat langer gewacht worden, bijvoorbeeld in een bankgebouw, dan u nodig zou achten.
Genieten van het eten in Indonesie
Indonesië heeft één van de grootste culinaire tradities van de wereld, ontleent aan invloeden uit de hele wereld. Buitenlandse kookkunst is subtiel herkenbaar in de Indonesische keuken, toch zijn alle vreemde ingrediënten creatief opgenomen in de eigen keukengeheimen van de eilanden. Doordat het land op het kruispunt ligt van belangrijke handelsroutes tussen het Midden-Oosten en Azië, kwam Indonesië in aanraking met vele uitheemse eetwijzen en kruiden.
Uit India kwamen onder andere de curries, komkommer en bonen. Uit Amerika de chili, peper, vanille, zuurzak en ananas. De Chinezen brachten de wok en roerbakken, maar ook mosterd en groenten als kool. Uit Arabië de gastronomische technieken als kebab en geitestoofpotten. Pinda's, avocado, tomaat, pompoen, cacao en sojabonen werden door de Europeanen geïntroduceerd. Indonesië heeft een culinarie traditie daardoor gekregen, die even gevarieerd en gekruid is als zijn duizenden eilanden en etnische groeperingen.
Indonesië heeft de wereld het gebruik van exotische specerijen en kruiden geleerd. De simpelste warung (rijdend eetstalletje) kan de heerlijkste gerechten maken.
Uiteraard is zeebanket belangrijk en in vele variëteiten. Tonijn, garnalen, kreeft, krab, ansjovis, karper, zeeslakken, noem maar op. Vooral in Makassar, Sulawesi, is men zeer bedreven in het bereiden van de vissoorten.
De nationale gerechten zijn gebakken rijst (nasi goreng) en gebakken noedels (mie goreng), gebakken in kokosolie met eieren, vlees, tomaat, komkommer, specerijen en pepers. Iedere verkoper of restaurant dient het gerecht op met een speciaal regionaal of etnisch tintje. En natuurlijk saté: kleine stukjes gemarineerde kip, rundvlees, garnalen of varkensvlees op houtskool gegrild en overgoten met een hete pindasaus.
Rijsttafel: een erfenis van de Nederlanders. In de koloniale tijd kon een ceremoniële rijsttafel soms wel uit honderden gerechten bestaan. Tegenwoordig is 10-15 gerechten de norm.
De Indonesiërs identificeren zich nauw met hun regionale voedsel en vinden het erg prettig als u het probeert. Eten kan het ijs makkelijk breken en wordt vaak gebruikt als voorwendsel om u thuis uit te nodigen. De Padangkeuken treft u in heel Indonesië aan en het voedsel wordt behoorlijk pedis (heet) bereid.
Vegetariërs kunnen goed uit de voeten. Zo is er het populaire gerecht gado-gado, een groentesalade van aardappelen en groenten, overgoten met een krachtige pindasaus. Ook tofu wordt overal bereid en op vele verschillende manieren.